Maar hoe?
Welkom bij Stichting Nabestaan Na Zelfdoding Drenthe. Wij organiseren voor nabestaanden van zelfdoding lotgenotengroepen en individuele contacten. Aan gesprekken en deelname aan de lotgenotengroep zijn geen kosten verbonden.
Welkom bij Stichting Nabestaan Na Zelfdoding Drenthe. Wij organiseren voor nabestaanden van zelfdoding lotgenotengroepen en individuele contacten. Aan gesprekken en deelname aan de lotgenotengroep zijn geen kosten verbonden.
Samenvatting
“V.E.R.D.E.R. na zelfdoding in je gezin” Verdriet, verlies, Emoties, Rouwen, Dood en doorgaan, Energievreters, Rituelen, rust, ruimte en respect! VERDER is een boek dat gaat over het verlies van haar zoon Juriën. Hij stapt op vijftienjarige leeftijd totaal onverwacht uit het leven. Wanneer een kind door zelfdoding overlijdt, zonder enig vermoeden, is dat een enorme schok. Zo ook voor Henriëtte Koks.
VERDER na zelfdoding is dat mogelijk of onmogelijk voor de achterblijvers? Als nabestaande worstel je vaak met allerlei emoties, zoals onmacht, ongeloof, boosheid, schuld, schaamte naast het grote gemis. Verder het feit dat de samenleving er niet mee om weet te gaan. Dit bemoeilijkt het rouwen. Henriette beschrijft in dit boek wat er met haar gebeurt na de zelfdoding van haar zoon. Ze schrijft het eerlijk, vanuit haar hart op een warme liefdevolle manier.
In het eerste deel neemt zij je mee over haar weg van ontreddering, paniek, verdriet en de pijn naar acceptatie en hoe verder te leven, haar helende reis na dit verlies in alle open- en kwetsbaarheid. Het geeft nabestaanden veel erkenning en door het tweede gedeelte van het boek, kan het geschrevene ertoe bijdragen dat er open over zelfdoding geschreven en gepraat gaat worden. Dit deel bevat handvaten voor hen die door een diep verdriet heen gaan. Het plaatsen van verdriet, boosheid, zelfbeschuldiging, schaamte en schuld is essentieel om te helen. Dit om op den duur weer terug te kunnen naar een leven, waar het verleden je niet meer in de macht heeft.
Review
Normaliter schrijf ik geen recensies vanuit het ik-perspectief, maar dit boek heeft zoveel raakvlakken met mijn leven dat ik ervoor kies om het deze keer wel te doen.
In 2013 heb ik “Toen ik je zag” van Isa Hoes gelezen over haar leven met Antonie Kamerling. Hoe het is geweest om samen te leven met iemand die kampte met enorme depressies, zo erg dat hij er uiteindelijk voor koos om zijn leven te beëindigen, omdat het leven ondraaglijk was geworden. Ik was zeer onder de indruk van haar openharige verhaal over hem. Het beeld dat voor mij zo duidelijk naar voren kwam, was dat hij een (uitzonderlijk)hoogbegaafde jongeman was, die heel creatief, intens, gevoelig met alle bijbehorende problematiek en die moeite had met het zich staande houden in de wereld. Problematiek die mij nauw aan het hart gaat.
Op het moment dat “Nu ik je zie” van zijn zoon, Merlijn Kamerling, werd uitgebracht, wist ik meteen dat ik dit boek ook wilde lezen. Ik wilde weten hoe hij zijn vader heeft ervaren en hoe het voor hem geweest moet zijn. Of hij zichzelf in hem herkent.
De opzet van zijn boek vind ik heel goed. Doordat hij meerdere mensen die Antonie Kamerling gekend hebben tot heel goed gekend hebben, laat vertellen wat hun band met zijn vader is geweest, zorgt dit geheel voor een indrukwekkend beeld. In zijn zoektocht naar zijn vader merk je dat hij ook dingen van zijn vader in zichzelf gaat herkennen. Ook nu komt weer heel duidelijk het beeld naar voren van de (uitzonderlijk)hoogbegaafde jongeman met alles wat daarbij komt de kijken, de intensiteit, de existentiële crises, de gevoeligheid, de moeite met zich staande houden in deze wereld. De depressies, en hoe goed deze te maskeren voor de buitenwacht. Het komt allemaal binnen op een persoonlijk niveau. De herkenning is groot. De stukken over de problemen met hiërarchie waarin Merlijn zich ook sterk herkent brachten een grote glimlach op mijn gezicht. De stukken waarin hij erachter komt dat zijn vader ook zoekende was op zijn leeftijd zijn zo diep in het hart rakend. Tranen met tuiten als hij de eerste zin van Pink Floyd’s “Wish you were here” quote. Dit nummer werd op mijn nichtjes begrafenis gedraaid. Zij heeft na ondraaglijk psychisch lijden ook voor een zelfgekozen dood gekozen. Ook omdat deze eerste regel “So, so you think you can tell Heaven from Hell” eigenlijk alles zegt over het leven met zware depressies. “Levend dood”, zoals hij in het boek zegt, kan het niet beter omschrijven.
“Nu ik je zie” is zo aangenaam geschreven. Hij brengt zijn zoektocht, zichzelf en zijn vader met zijn schrijfstijl zo tot leven voor de lezer. Het is ontroerend, hartbrekend en hartverwarmend tegelijkertijd, melancholisch, maar ook een boek dat duidelijk maakt dat er over zaken als geestelijke gezondheid, suïcide, hoogbegaafdheid en daarbij behorende problematiek gepraat moet worden. In de openheid, zodat er bewustwording is. Dat erbij herkenning hulp gevraagd en gezocht kan worden. Dat je er niet alleen in- en voorstaat. Zijn boek is een mooie aanvulling op zijn moeder’s boek. Samen vormen ze een mooi geheel over hoe zijn vader was, maar ook hoe het is om samen te leven met iemand die kampt met psychische problemen. De dualiteit van de mooie, lichte, ontspannen momenten afgewisseld met de zware, onvoorspelbare en machteloos voelende.
Ik kan zijn boek alleen maar aanraden. Wat mij betreft een dikke 5* waard vanwege de opzet, de schrijfstijl, het tot leven brengen, en dat het mij heeft laten glimlachen, hardop laten lachen, melancholisch laten voelen, laten huilen en een gevoel heeft gegeven alsof ik deel uitmaakte van het verhaal, omdat het zo herkenbaar is.
Bron: BOL.com Lisette2701
De jongste van de twee agenten komt naar buiten met een ID kaart in zijn handen. Hij zegt tegen ons: ‘We hebben inderdaad iemand aangetroffen die is overleden. Is dit de man waarvan jullie denken dat hij binnen zou zijn?’ Hij laat ons de ID kaart zien. ‘Ja’, zeggen we. ‘Dat is hem.’ Roel is dood. Hij heeft zelfmoord gepleegd. We kunnen het niet geloven. Gisteren zei hij nog: ‘Ik wil leven, ik wil niet dood.’ De plek wordt nu van boom naar boom met een rood wit waarschuwingslint afgezet, we mogen er niet meer bij.
Per dag plegen er in Nederland vijf mensen zelfmoord. Dat zijn er zo’n 1.850 per jaar. Daarnaast doen 100.000 mensen per jaar een suïcidepoging. Dit zijn nauwelijks te bevatten aantallen. Aan de hand van persoonlijke ervaringen en verhalen van directbetrokkenen beschrijven Julia von Graevenitz en Menno Visser in Doodzonde wat er kan worden verbeterd in de hulp aan mensen met een doodswens.
Wat kunnen we doen om suïcides te voorkomen? Hoe maken we zelfmoord bespreekbaar en zorgen we ervoor dat iemand de last van zijn doodswens niet alleen draagt? Hoe kunnen naasten en professionals daarin beter samenwerken? En hoe vormen we een maatschappelijk vangnet?
Psychiaters, psychologen, sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen, huisartsen, een wijkagent, een NS-medewerker, een familievertrouwenspersoon, moeders, vaders, dochters en partners vertellen vanuit hun ervaring. Doodzonde biedt erkenning voor de tienduizenden mensen die jaarlijks betrokken zijn bij de hulp aan mensen met suïcidale gedachten. Het geeft inzicht in mogelijke hulp en spoort aan de stilte te doorbreken. Suïcide kan niemand alleen oplossen, dat is altijd iets van samen. Geen mens is een eiland.
Doodzonde, Zelfmoord is nooit alleen is niet uitsluitend een boek voor hulpverleners en andere professionals, maar voor iedereen die betrokken is bij iemand met suïcidale gedachten.
Waarom
Dit e-book heeft Ellen geschreven voor allen die een partner hebben verloren door zelfdoding. Recent of langer geleden. Rouwen om het verlies van je partner door zelfdoding is wezenlijk anders. Iemand heeft zichzelf gedood. Het is geen natuurlijke dood. Er is een dader en die is ook het slachtoffer. Er is schuldgevoel.
Had je iets kunnen en moeten doen om het te voorkomen? Heeft die ander zich in de steek gelaten gevoeld door jou, was je liefde niet genoeg? Daarnaast voel jij je ook door die ander in de steek gelaten. Degene bij wie je ooit terecht kon voor steun en troost, veroorzaakt nu juist de pijn en verdriet.
Grip
Je gedachten schieten alle kanten en op en je krijgt er maar geen grip op. Daarnaast krijg je soms ronduit pijnlijke reacties uit de omgeving en als je heel eerlijk bent zijn er momenten dat je zelf ook dood zou willen zijn. Maar dat doe je niet want jij wilt verder met je leven. Je wilt weer aan het werk en/of er zijn kinderen die je nodig hebben. Zeker nu. Er komen feestdagen, verjaardagen, huwelijken, diploma-uitreikingen. Allemaal situaties waarvan je dacht die samen met je partner te zullen beleven.
Als je de keuze hebt gemaakt al deze confronterende momenten in het leven toch aan te gaan, als je bewust kiest om het leven de moeite waard te vinden, dan zullen de 3 tips in dit e-book je helpen om alle stukjes op te rapen, aan elkaar te rijgen en zo een nieuwe draad van je leven te weven met het verlies van je partner daar in opgenomen. Het wordt nooit meer zoals het was. Dit verlies tekent de rest van je leven. Jij bepaalt op welke manier.
Samenvatting
Stanneke Lunter (1961) is psychiater en moeder van drie kinderen. Jitske, haar sprankelende en creatieve dochter, krijgt op zestienjarige leeftijd last van faalangst en somberheid, uitmondend in een diepe depressie. Ze verandert in een somber meisje met gebogen schouders en doffe blik. Er volgt een periode van opnames, zelfbeschadiging, suïcidaliteit, wachten op medicatie, tot Jitske zelf een einde aan haar leven maakt.
Stanneke beschrijft in deel 1 van dit boek op indringende wijze het leven van Jitske, en met name de laatst tien maanden, afgewisseld met reflecties op de gebeurtenissen. In deel 2 blikt Stanneke als psychiater terug.
Jeugdpsychiater Jan Meerdinkveldboom draagt bij met een hoofdstuk over het belang en de complexiteit van diagnostiek bij jongeren en systeemtherapeut Ineke Rood pleit in haar hoofdstuk voor het intensief betrekken van het gezinssysteem.
Stanneke Lunter schreef een onmisbaar boek voor hulpverleners, (huis)artsen, leraren en ouders. De illustraties in het boek zijn gemaakt door Jitske.
Na de zelfdoding van je kind liggen schuldgevoelens voor de hand, zeker als je zelf psychiater bent. Stanneke Lunter schuwt dit onderwerp niet en stelt zichzelf ter discussie. Een zeer waardevol boek voor hulpverleners in de GGZ en nabestaanden van jongeren die door suïcide overlijden.
Prof. dr. Jos de Keijser
Samenvatting
Een boek vol verhalen, tips en gedichten van en voor jongeren. Het helpt om rouwen na een zelfdoding bespreekbaar te maken.
Jaarlijks verliezen honderden Nederlandse en Vlaamse jongeren een naaste door zelfdoding. Ze blijven achter met vragen en voelen zich vaak boos en in de steek gelaten. Ook angst en schaamte spelen nogal eens een rol. Veel rouwende jongeren vinden het moeilijk hun kwetsbare kant te laten zien en over hun gevoelens te praten, waardoor ze verstrikt kunnen raken in hun eigen gedachten.
In dit boek vertellen ze openhartig over wie ze zijn verloren hebben en hoe ze de periode voor en na het overlijden hebben ervaren. Ze vullen hun verhalen aan met eigen tips en gedichten. Zo bieden ze zichzelf en andere jongeren handvatten om rouwen na zelfdoding beter bespreekbaar te maken. Vanaf circa 14 jaar.
“Het liefst zou ik schreeuwen: ‘Kom terug!’ Maar dat doe ik niet, want ik weet dat jij dat niet wilt.”
Samenvatting
Het verhaal over leven met een echtgenoot die leed aan depressiviteit, maar bovenal een portret van twee mensen die zielsveel van elkaar hebben gehouden.
Isa Hoes (1967) en Antonie Kamerling (1966) ontmoeten elkaar voor het eerst tijdens de audities van Goede Tijden, Slechte tijden. De soap wordt een groot succes en Antonie is als hartenbreker Peter Kelder al snel razend populair. Antonie en Isa worden verliefd, gaan samenwonen en trouwen. Ze leiden samen een vrijgevochten leven, terwijl ze de ene na de andere rol spelen in televisieseries, speelfilms, toneelstukken en musicals. Het stel krijgt twee kinderen: Vlinder en Merlijn.
De buitenwereld ziet een stralend stel voor de camera’s, maar privé gaat Antonie gebukt onder een zware neerslachtigheid. Terwijl deze depressies zich steeds vaker voordoen, probeert Isa haar gezin bij elkaar te houden, tot Antonie op 6 oktober 2010 besluit zijn leven te beëindigen.
Samenvatting
Als Saskia op dertienjarige leeftijd haar leven beëindigt, komt dit voor haar omgeving volslagen onverwachts. De enorme hoeveelheid dagboekaantekeningen, verhalen en brieven die zij nalaat, maken de raadsels van het ‘waarom?’ en het ‘waarom hebben we dit niet zien aankomen?’ voor haar vader alleen maar groter. Hij neemt contact op met René Diekstra en vanaf dat moment begint een lange geschiedenis van gesprek en samenwerking die uiteindelijk in dit boek resulteert.
In het eerste deel horen we het verhaal van de vader, die in een brief aan zijn dochter zijn persoonlijke herinneringen aan haar ophaalt en zijn rol in het drama probeert te doorgronden. Deel twee beschrijft, in de vorm van een brief van Diekstra aan de vader, de psychische problemen van Saskia.
De analyse daarvan maakt het mogelijk bepaalde waaromvragen op realistisch-milde wijze te beantwoorden. De vele citaten uit haar dagboeken en brieven maken dit zowel een boek over, van als voor Saskia. Door de unieke inkijk in wat zich in een kind op weg naar zelfdoding afspeelt, is het ook een boek voor jongeren die met soortgelijke problemen kampen, en voor de volwassenen om hen heen.
Samenvatting
Zelfdoding, nog steeds een taboe in onze samenleving. De nabestaanden worstelen met schuldgevoelens, gemis, kwaadheid, schaamte. De samenleving weet hier vaak geen raad mee. Allerlei verhalen rond de zelfgekozen dood doen de ronde. Dit boek wil proberen om zelfdoding onder de aandacht te brengen. De nabestaanden na een zelfdoding van een dierbare komen uitgebreid aan het woord. Zij vertellen openhartig over hun leven met een naaste die ‘worstelde met het leven’.
Er is ook aandacht voor jongeren en scholen rond het thema zelfdoding. Zowel in België als in Nederland is er elke week een jongere te betreuren die door zelfdoding afscheid neemt van het leven.
Samenvatting Verhalenbundel 2018-2019
In deze Verhalenbundel 2018-2019 van de Ivonne van de Ven Stichting vertellen directbetrokkenen én hulpverleners over hun steun en zorg voor mensen met suïcidaal gedrag. De hoopvolle verhalen in deze bundel bieden perspectief. Toch had de zorg voor mensen met suïcidaal gedrag in deze situaties in veel gevallen beter gekund. In hoopvolle verhalen, zoals over IHT, vertellen directbetrokkenen en hulpverleners hoe samenwerking tussen hen wél mogelijk bleek, ook binnen de huidige privacyregels. Ook laat een hoopvol verhaal zien hoe een GGZ-instelling zelf met een scholingsprogramma kan voorkomen dat haar medewerkers handelingsverlegen zijn in het werken met mensen met suïcidaal gedrag. Hoopvol is ook het verhaal over de inzet van EMDR in de begeleiding van een nabestaande na een suïcide. Daarnaast zijn er veel indringende verhalen van directbetrokkenen, die naast lichtpuntjes laten zien wat er misging in hun situatie. Zij hebben een dierbare verloren en zijn gestuit op tekortschietende hulp. Ook voelden deze vertellers zich vaak machteloos vanwege het gebrek aan samenwerking met hulpverleners. De kern van de verhalen van de nabestaanden, van de naasten én van de hulpverleners is dat suïcides voorkomen kunnen worden met het serieus nemen van het suïcidale gedrag, met oprechte aandacht, door suïcidaliteit bespreekbaar te maken, met goede samenwerking tussen hulpverleners en naasten en met flexibiliteit vanuit de hulpverleningsorganisatie. Alle vertellers delen hun verhaal om dit te bevorderen. De Ivonne van de Ven Stichting pleit er op basis van deze 21 verhalen voor om ten behoeve van suïcidepreventie leer- en verbeterprocessen te organiseren op individueel niveau, op organisatieniveau en breder in de maatschappij (systeemniveau). In deze bundel zijn tal van aanknopingspunten genoemd om op al deze niveaus aan de slag te gaan met leren en met verbeteren van de zorg voor mensen met suïcidaal gedrag. Alle verhalenbundels kunt u bestellen via onze website: www.ivonnevandevenstichting.nl De Ivonne van de Ven Stichting is van plan ook in 2020 weer en verhalenbundel uit te brengen Om daarmee bij te dragen aan de versterking van suïcidepreventie in Nederland.
Recensie Verhalenbundel 2017
De verhalenbundel van 2017 en ook het boekje uit 2016 staan vol verhalen die de wanhoop weergeven rond psychische ziekten en suïcide. Beklemmend omdat het een terugkerend patroon betreft van gemiste kansen om het goede te doen, maar wel steeds met fatale afloop.
Schrijnend is dat er zoveel verbeterpunten kunnen worden genoemd en dat professionele hulpverleners zich verschuilen achter hun professionaliteit. Je krijgt de indruk dat ze enkel gericht zijn op zich indekken tegen consequenties van hun foute of nagelaten handelen. Als excuus wordt ook geheimhoudingsplicht genoemd om omstanders buiten te sluiten.
Het zou mooi zijn als de verbeterpunten worden ontvangen als een gratis advies van ervaringsdeskundigen. En dat dit vervolgens gebruikt wordt door hen om hun werkwijze aan te passen.
HR – nabestaande
Recensie Verhalenbundel 2016
Onder de titel Verborgen kracht, zichtbare verhalen – nabestaanden over suïcide heeft de Ivonne van de Ven Stichting een prachtig boekje gepubliceerd. Deze stichting – vernoemd naar Ivonne van de Ven die in 1997 op 32-jarige leeftijd haar leven beëindigde – stelt zich ten doel om pijnlijke gevoelens rondom suïcide bespreekbaar te maken en zet zich in voor effectieve suïcidepreventie. Eén van hun activiteiten is een zogeheten Monitor. Hierin kunnen naasten en nabestaanden hun verhaal kwijt. Doel is herkenning van ervaringen en gevoelens en met deze ervaringen bijdragen aan preventie. Uit de Monitor nabestaanden zijn in deze bundel 18 verhalen samengebracht. De verhalen zijn opgebouwd volgens eenzelfde indeling, wat lezen en terugzoeken vergemakkelijkt. De lengte is beperkt gehouden, van anderhalf tot vijf pagina’s, met uitzondering van twee iets langere verhalen. Bijzonder is dat de verhalen voorafgegaan worden door een inventarisatie van de inhoud. Dat gebeurt op thema, bijvoorbeeld in hoeverre naasten zelf steun hebben kunnen bieden in de wanhoop van hun dierbare, of er hulp was uit de directe omgeving, hoe de samenwerking was met professionals, hoe de begeleiding van nabestaanden was. De inventarisatie bevat een aparte paragraaf over de hulpverlening. Die komt er in de verhalen niet goed af. Dat is helaas herkenbaar en dan dreigt het gevaar dat verhalen een zwartboek richting hulpverlening worden. Deze uitgave ontkomt hieraan door na weergave van de somber stemmende professionele hulp de inventarisatie af te sluiten met een reeks verbetertips. Op deze manier krijgt de teleurstelling over de hulpverlening niet het laatste woord, maar wordt duidelijk dat die beter moet én beter kan. Met deze tekst in het hoofd komt de lezer in de verhalen. Omdat bevindingen op hoofdlijnen al bekend zijn, komen de details beter tot hun recht. Nogmaals, een doordachte opzet waarmee al bij eenmaal lezen veel binnenkomt.
Letterlijk elk verhaal nodigt uit tot ver inzoomen. Op elke bladzijde komen ervaringen, onderwerpen, vragen langs die om verder doordenken en doorpraten vragen. Dat kan in deze bespreking niet, ik kan alleen enkele thema’s aanstippen. De psycholoog van Mariël gaf aan dat haar man haar met suïcidedreiging manipuleerde, Yvet kreeg van een psycholoog het advies haar zoon in nood los te laten, Johanna verloor haar 21-jarige dochter bij wie dromen nachtmerries werden, die zich schaamde voor haar depressieve gevoelens en in de hulpverlening geen gehoor kreeg voor haar suïcidale gedachten (deze bijdrage eindigt met een reeks tips voor hulpverleners!), de ouders van Renske moesten tekenen dat zij verantwoordelijk waren als er iets met hun dochter zou gebeuren, – dit alles gebeurt nog anno 2016, denk ik dan. Maar er is veel meer in de verhalen. De moeder van Willemien heeft familieberaad pijnlijk gemist, waardoor de persoonlijke omgeving ook in machteloosheid bleef steken; David verloor zijn vrouw bij haar twaalfde suïcidepoging, waarin vooral aandacht was voor de diagnose en pleit voor spoedeisende hulp bij suïcide in een passende omgeving; bij de broer van Wilma speelde enorme stress en teleurstelling een grote rol en dat paste ook niet in een diagnose waardoor hulp uitbleef; Hanneke vertelt het verhaal van een goede vriendin die pijlsnel diep ongelukkig werd en de dood inviel, Niels heeft dezelfde ervaring met zijn broer; de man van Merel vond het een teken van zwakte om hulp in te schakelen, maar kon het gevecht met zijn ‘karakter’ niet winnen; Yvet vertelt over haar oudste zoon die overleed toen hij 20 was en na een ‘onverklaarbaar coma’ depressief werd (wat het thema ‘onverklaarbaar’ aan de orde stelt, waar vaak een diepe levenstragiek aan ten grondslag ligt); de zus van Wies leed aan Borderline persoonlijkheidsstoornis, dacht eerst dat haar zus vooral aandacht trok om iets gedaan te krijgen maar komt uit er bij uit dat haar zus gedwongen opgenomen had moeten worden; Margje vertelt over haar man die na enkele tia’s en een beroerte vluchtte in drank, die zijn zielepijn niet afdoende verzachtte; de man van Christina ten slotte leed aan een complex van depressie, manie, angst en psychose en sprak over de dood maar vroeg dat tegen niemand te zeggen, wat de omgeving in een lastig parket brengt. En zo is er meer in de verhalen. In elke aanduiding hierboven schuilen thema’s die het bespreken met direct betrokkenen waard zijn. Al lezend kwam ik op de gedachte dat deze verhalen en de thema’s daarin heel goed een leidraad kunnen zijn in een aantal bijeenkomsten met naasten/nabestaanden. Dat zou erg helpend zijn.
Hans van Dam – consulent NAH, docent en schrijver
Een verhaal over verdriet, rouw en troost.
“Kan ik iets voor je doen?” is ontstaan vanuit de aller diepste rouw na het verlies van Wilma’s zoon Robbin. Ze zocht passende rouwbegeleiding en besloot uiteindelijk de cursus “Een boek maken” te gaan volgen bij twee kunstenaars in Zutphen. Een cursus die niet gericht is op rouwverwerking, maar haar wel de mogelijkheid bood om er op haar eigen creatieve manier mee om te gaan. Het resultaat, haar prentenboek ‘Kan ik iets voor je doen?’ gaat over dit grote verdriet. Een prachtig verhaal over het vogeltje ‘Veertje’, die haar vriendje, ‘het rode vogeltje’, mist en op zoek is naar troost. Veertje ontmoet verschillende troostvogeltjes, die ieder op hun eigen wijze troost bieden. Hierdoor krijgt ze langzaam weer wat kleur terug in haar veren. Maar elke keer opnieuw voelt ze het verdriet over het gemis van het rode vogeltje. Een erg ontroerend en ook hartverwarmend verhaal.
Wilma had geen energie om te tekenen en vond inspiratie in de werken van een andere kunstenaar die werkte met koffie filters. Koffie noemen we ook wel een ‘bakkie troost’ en dit stimuleerde haar om creatief te zijn. Met behulp van gebruikte koffiefilters en gedroogde koffieprut maakte ze afbeeldingen. De kleur van het boek is daardoor voornamelijk in bruine tinten, op enkele accenten én de kleur rood na.
Dit verhaal is zó persoonlijk dat Wilma alles zélf wilde doen en daarom ervoor gekozen heeft om het boek in eigen beheer uit te geven. Zo heeft Wilma niet alleen zelf de afbeeldingen gemaakt en het verhaal geschreven, ook heeft ze de afbeeldingen gefotografeerd, heeft ze het papier uitgekozen en de kleur rood in het boek. Ze heeft zelf met de drukkerij gesproken en zorgt zelf voor de distributie.
Wilma heeft veel met vogels en dan vooral met het roodborstje dat in het Engels Redbreast of Robin wordt genoemd. Dat vogels de hoofdrol spelen in het boek en dat het rode vogeltje wordt gemist is uiteraard geen toeval, maar symboliek.
Het maken van het boek troostte Wilma en het troost nu ook anderen. Tevens opent het troostboek het gesprek over de dood, waar veel mensen zo’n moeite mee hebben. Door haar boek krijgt Robbin een podium en blijft hij zichtbaar. Voor haarzelf, en ook voor anderen. En ook dít is een vorm van troost.
Mirjam Barth van #365dagenproject
Wat gebeurt er met je nadat je kind, je partner, je vader of moeder, een broer, zus of hele goede vriend zichzelf om het leven brengt? Hoe ziet je leven er na zo’n ingrijpende gebeurtenis uit? Dit boek hoopt antwoord te geven op die vragen. Het bestaat uit zestig brieven van mannen en vrouwen die in het verleden met zelfdoding van een dierbare te maken hebben gehad. In hun brieven richten ze zich tot een – voor hen onbekende – lotgenoot. Iemand die onlangs hetzelfde heeft meegemaakt en die ze hopen te helpen door hun eigen ervaring te delen. De brieven van de nabestaanden gaan over hun verdriet en liefde, woede en respect, wanhoop en hoop. Stuk voor stuk persoonlijk. Soms adembenemend, hartverscheurend, verschrikkelijk. Soms heel praktisch: met tips om het leven door te komen. Wij hopen dat heel veel mensen die nu met zelfdoding worden geconfronteerd er troost uit kunnen halen. Voor professionals biedt dit boek een inzicht in het leven van iemand na de zelfdoding van een naaste.
In een goed half jaar is dit boek tot stand gekomen en dat ervaar ik als zeer bijzonder. Alle betrokkenen waren er natuurlijk al en iedereen had al zijn eigen ambitie, vaardigheden en geschiedenis, maar we hadden nog geen verbinding met elkaar. En zeker niet hierover. Het was en voelde alsof alles meteen bij elkaar paste, na dat eerste telefoontje. Twee zeer gedreven en van elkaar verschillende mensen, die opeens warm lopen voor iets teers en kostbaars. Want dat is dit boek wel geworden – teer en kostbaar – , omdat het onderwerp de briefschrijvers zò na aan het hart ligt. Als je dat niet zelf van nabij hebt meegemaakt, moet je volstaan met je eigen inbeelding, die per definitie tekortschiet. En uit die gevoeligheid komt ook de waarde van dit boek voort. Juist omdat zelfdoding nog een T-woord is (van taboe, eng, akelig, fout, verkeerd) hebben zij die ermee te maken krijgen ook dààr nog last van: zij zijn als het ware melaats. Mensen lopen – ook letterlijk, zo lezen we meerdere keren – met een boog om je heen en zwijgen de gebeurtenis èn de dode dood. In dit boek gebeurt dat niet, integendeel. De door zelfdoding overleden naaste heeft hier een naam en zijn of haar familielid krijgt uitgebreid de gelegenheid om aan de eigen gevoelens en ervaringen woorden te geven. Om aan de wereld te vertellen hoe verdrietig en wanhopig en woedend je kan zijn. En hoe er (weer) sprake kan komen van begrip, respect, hoop. En van liefde. Daarmee is dit boek zo kostbaar geworden. De briefschrijvers hebben – eindelijk? – een breder platform om zich te uiten. De daad zelf en de schrijvers krijgen erkenning. De lezers verdienen herkenning. En het helpt ons allemaal in onze verdere verkenning. In het omgaan met onze medemens.
Hoe vertel ik mijn leerlingen (groep 3-4 in de leeftijd van 6 tot 9 jaar) dat onze stagiaire zichzelf heeft gedood….? Met die vraag worstelde ik deze winter als leerkracht, na het verdrietige overlijden door zelfdoding van een lieve leraar in opleiding.
In ‘De visjes van Océane’ reikt de schrijfster meer dan voldoende aanknopingspunten waarmee je als volwassene zelfdoding inzichtelijk en zo begrijpelijk mogelijk kunt maken voor jonge kinderen.
Van pógingen tot zelfdoding tot een geslaagde poging, van verdriet en onbegrip tot uitvaart, tot aan verdriet om het gemis, en hoe herinneringen een plekje geven.
Een inleiding die bijdraagt aan rouwverwerking bij kinderen die met zelfdoding te maken krijgen dus.
Ik was ontzettend blij en opgelucht dat ik met die kaders die dit boek biedt mijn klas kon ondersteunen in hun verdriet en kennismaking met zo’n harde werkelijkheid.
Een onmisbaar boek in de kast van elke professional die werkt met kinderen, maar ook een absolute aanrader voor particulieren die onverhoopt te maken krijgen met suïcide en achterblijvende kinderen.
Stella Starlight